2:06:00
Heel veel.
2:06:02
U zou alles voor ze doen. Klopt dat ?
2:06:05
Als ik iets kan doen,
zal ik het zeker niet laten.
2:06:09
Zoals een goede vader
die z'n zoon beschermt.
2:06:13
Zoiets, ja.
2:06:14
Zou u ze willen beschermen tegen iets
dat ze niet hadden moeten doen ?
2:06:19
Net zoals ik ze zou beschermen
als iemand ze zomaar beschuldigde.
2:06:24
- Zoals moord ?
- Ja, zoals moord.
2:06:28
Oké. Niemand wist
dat u naar die wedstrijd ging.
2:06:31
Niemand zag u.
Niemand zag u kaartjes kopen.
2:06:34
U hebt geen bewijs
dat u die kaartjes hebt gekocht.
2:06:38
Klop dat ?
2:06:40
- Ja, dat klopt.
- Hoe weten we het dan zeker ?
2:06:44
Hoe weten we dat u en de verdachten
2:06:46
de avond van de moord
bij de wedstrijd waren ?
2:06:49
Ik zeg het als getuige en als priester:
We waren bij de wedstrijd.
2:06:53
Ja, als priester.
En priesters liegen niet, toch ?
2:06:57
Een priester met de afgescheurde
kaartjes hoeft niet te liegen.
2:07:02
En ik hou de kaartjes altijd.
2:07:09
Wilt u ze zien ?
2:07:17
Waarom bewaart u de kaartjes, vader ?
2:07:19
Omdat je nooit weet wanneer iemand
meer wil hebben dan alleen je woord.
2:07:24
Is uw woord ooit in twijfel getrokken ?
2:07:27
Nee, nog nooit.
2:07:29
Maar voor alles is een eerste keer.
2:07:40
Ik heb verder geen vragen. Dank u wel.
2:07:45
Dank u, vader. U mag gaan.
2:07:54
Ik ben er nooit overheen gekomen
dat hij voor ons loog
2:07:58
om John en Tommy te wreken.