:32:07
Ken je die mop van die kerels
die van de brug pissen?
:32:13
Ze hangen hun jongeheer
over de brugleuning.
:32:17
De één komt uit Californië,
de ander uit Arkansas.
:32:20
Zegt die ene: Koud, dat water.
Zegt die ander: En behoorlijk diep.
:32:29
Snap je 'm?
:32:31
Dat is een goeie.
:32:34
Volgens mij heb je die
al eens verteld.
:32:38
Lang geleden.
-Het is al 'n oude, ja.
:32:43
lk vind 't niet netjes van me
dat je geen sleutel hebt.
:32:48
Je zit zo lang opgesloten.
Je moet kunnen doen wat je wil.
:32:53
Hier.
:32:54
Met deze sleutel
kun je weg wanneer je wil.
:33:04
Smaakt je patat goed?
-Ja, prima.
:33:09
Heb je geld?
:33:12
lk kreeg wat geld mee
toen ik vrij kwam.
:33:17
lk heb 'n deel uitgegeven
aan de bus en aan patat.
:33:22
lk betaal je een week vooruit,
zodat je wat geld op zak hebt.
:33:28
Als je vanmiddag tijd hebt,
kun je tandpasta kopen en dergelijke.
:33:33
En koop wat tijdschriften en snoep.
Dan heb je 's avonds wat te doen.
:33:42
Je mag straks wat eerder weg.