:35:01
lk moet wat spullen kopen.
Ze verkopen vast tandpasta.
:35:06
Ze verkopen van alles wat.
:35:09
lk vertel haar niet dat je voor moord
in 't gesticht hebt gezeten.
:35:30
Je moet minder vet gebruiken.
:35:32
lk ben gek op vette dingen.
Gebakken kip en okra.
:35:38
Koek, jus.
-Slecht voor je.
:35:41
Wat kom je doen, schat?
-Je wil snoep en frisdrank, hè?
:35:45
Dat is slecht voor je tanden.
lk heb iets beters.
:35:49
lk heb blikjes paté
die niet zo goed verkopen.
:35:54
lk geef jou 'n paar blikjes.
:35:57
Hou ik niet van.
:35:59
Pap zei altijd dat daar lippen
en jongeheren in zitten.
:36:03
Wie is die rare man?
ls hij je gevolgd?
:36:08
Kan ik u helpen?
-Dat is Karl.
:36:11
lk heb 'm ontmoet bij de wasserette.
Dit zijn mam en Vaughan, haar baas.
:36:18
Mam mag weg wanneer ze wil,
want ze zijn goeie vrienden.
:36:23
Aangenaam, Karl.
:36:31
lk wil je even spreken.
:36:39
lk heb u hier nog nooit gezien.
:36:43
lk ben hier ook nog nooit geweest.
:36:47
Deze winkel was er vroeger nog niet.
:36:50
We zitten hier 17 jaar.
Woonde u hier voor die tijd?
:36:55
lk heb hier tot mijn twaalfde gewoond.
:36:58
Wat brengt u weer hier?