The English Patient
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:20:17
Ben jij het?
1:20:20
Wat?
1:20:23
Als ik Moose zeg?
-Moose? Wat is verdomme Moose?

1:20:30
Ik zie er anders uit.
Waarom zou jij er niet anders uitzien?

1:20:40
Ik hoorde je ademen. Dacht dat het regen
was. Ik zou alles geven voor wat regen.

1:20:47
Dood ga ik toch. Maar ik verlang
naar de regen op mijn gezicht.

1:20:53
De eerste trouwdag, hoe noem je dat?
1:20:58
Papieren bruiloft? ls dat het?
1:21:01
Ik weet het niet. Papieren?
1:21:06
Ik ben het.
Luister, er is iets tussen gekomen.

1:21:09
Niet mokken, morgenavond ben ik terug.
-Ik ga wel mokken.

1:21:12
Ik verzet geen stap tot je terug bent.
-Oké, kleintje. Ik hou van je.

1:21:22
Ik wist niet dat je weg moest.
-Nee, ik ga haar verrassen.

1:21:24
Het is onze trouwdag.
Zij is het vast vergeten.

1:21:28
Welk symbool is je eerste trouwdag?
Katoen, papier?

1:21:32
Eerste trouwdag? lk dacht
dat jullie al jaren getrouwd waren.

1:21:36
We zijn al jaren vrienden.
Beste vrienden.

1:21:40
Ze huilde altijd op m'n schouder uit.
Dus moest ze dat altijd maar doen.

1:21:48
Ben je daar, Moose?
1:21:51
Eerste trouwdag, is dat katoen?
1:21:53
Katoen is wat?
-Eerste trouwdag?

1:21:57
Je eerste trouwdag
is je papieren bruiloft.


vorige.
volgende.