1:35:08
Deze mensen helpen niet.
1:35:11
Ik ben ziek van deze kamer. En van deze
hitte. En ik word ziek van die telefoon.
1:35:19
De Conventie van Genève.
1:35:22
Ach, Conventie van Genève.
-Dit kun je niet doen.
1:35:29
Kom hier.
-Ik geefje je namen.
1:35:32
Welke namen zei je?
1:35:37
Laat me denken. Laat me even denken.
Ik ken ze. Alsjeblieft.
1:35:42
Ik beloof het. Alsjeblieft.
1:35:45
Welke naam zei je? lk kende ze.
Ik kan niet op de namen komen.
1:35:49
O, lieve hemel. Doe dat niet.
Jezus Christus.
1:35:53
Nee, alsjeblieft.
Niet mijn handen.
1:36:12
De man die mijn duimen afhakte?
1:36:15
Ik vond hem uiteindelijk.
Ik heb hem gedood.
1:36:19
De man die mijn foto nam? Vond ik ook.
Kostte me 'n jaar. Hij is dood.
1:36:26
Iemand anders wees de Duitsers
de weg naar Caïro.
1:36:31
Hem zocht ik ook.
1:36:34
Daar kun je onmogelijk komen.
-Ik heb Bell's oude kaarten bekeken.
1:36:39
Als we een weg door de wadi vinden,
kunnen we zo door naar Caïro.
1:36:43
Dit hele spoor is een goeie kans.
1:36:46
Donderdag vertrouwde je de kaart niet.
En nu is hij ineens onfeilbaar?
1:36:52
Waar zijn de kaarten van de expeditie?
-In mijn kamer.
1:36:55
Ze zijn regeringseigendom.
Ze horen niet zomaar rond te slingeren.