:01:04
Hoe lang moet ik hier nog blijven?
- Dat weet je nooit.
:01:09
In m'n ergste nachtmerries
bestaat zoiets nog niet.
:01:12
Het is een psychiatrische gevangenis.
Niet meer, niet minder.
:01:18
Ik hoor hier niet.
- Je wordt beschuldigd van moord.
:01:22
Ik weet niet eens wat ik gedaan heb.
- Zegt de naam 'EIlie' je iets?
:01:29
Ken je een meisje dat zo heet?
- Nee. Waarom vraagt u dat?
:01:34
Het schijnt dat je vannacht
steeds die naam noemde.
:01:37
Ik zal wel gedroomd hebben.
:01:39
Wat heb je gedroomd?
- Ik weet het niet.
:01:42
Het kan belangrijk zijn.
- Hoe kan dat nou belangrijk zijn?
:01:47
Als bewijs dat je niet wist wat je
deed, moet ik 'n verklaring hebben.
:01:53
Er is geen verklaring,
dat heb ik u al verteld.
:01:56
Wat heb je gedroomd, Cesar?
:02:00
Ik weet het niet. Ik herinner
me slechts flarden.
:02:07
Eerst was ik in een soort kantoor.
:02:10
Een secretaresse laat me
een kamer binnen.
:02:13
Daar hangt een foto van
een zonsondergang en een man.
:02:17
Daarna weet ik het niet meer.
Ze laten me papieren zien.
:02:21
Wat voor papieren?
- Ik weet niet. Maar ik teken ze.
:02:26
Dat kantoor, is dat van jouw bedrijf?
- Nee, ik herken het niet.
:02:32
Dus het is een plek die je niet kent.
- Dat heb je toch vaker in dromen?
:02:38
Zijn het de papieren die je
bij de artsen hebt getekend?
:02:41
Nee, bij de artsen was het
surrealistisch.
:02:45
Op een dag vroegen ze of ik
naar de kliniek kon komen.
:02:49
Daar werd ik opgewacht
door het hele medische team.
:02:53
Maandenlang hadden ze me vol
onverschilligheid aangekeken.
:02:58
Nu waren ze een en al glimlach.