:45:03
Dat ding dat m'n partner doodde,
is dat uw wetenschapsproject?
:45:10
- lk mol 'm.
- Laat mij maar.
:45:13
Hoeveel van die monsters zijn er nog?
:45:17
Twaalf.
:45:29
En zij die volgen.
:45:35
lk wil van deze boot af, wie moet ik neuken?
:45:40
lk wil je wel even in de boot nemen.
:45:45
- Kom mee.
- Wacht. Zij was hun gastheer.
:45:50
Ze is 'n kloon omdat ze er een
in zich droeg. Ze is geen mens.
:45:55
Ze is 'n experiment, ze is gevaarlijk.
:45:58
Mij 'n zorg.
:46:01
- Ze moet hier blijven.
- Ze gaat mee.
:46:05
- lk vertrouw 'r niet.
- lk niemand.
:46:12
We blijven bij elkaar,
als we dit willen overleven.
:46:27
Kom, Hillard.
We moeten de Betty zien te bereiken.
:46:59
Een leuk souvenir.