:32:00
- Je wist dat hier slangen zaten.
- Het was een prettige verrassing.
:32:06
- Hoe zit 't met onze olie ?
- Eén vat. Genoeg voor 100 km.
:32:11
Dat is ongeveer voor één dag.
Het moet genoeg zijn.
:32:15
Terug naar je moeder.
:32:34
- Hoe maakt hij 't ?
- Hij ademt normaal.
:32:40
- We brengen hem wel thuis.
- Ik snap niet wat er gaande is.
:32:49
Sarone zou ons
naar het ziekenhuis brengen.
:32:52
Hij doet alsof de rivier van hem is.
:32:56
We komen 'n versperring vol slangen
tegen. Waar brengt hij ons heen ?
:33:31
Mateo ! Leg de boot stil.
:33:39
Waarom stoppen we nu ?
:33:43
Ze zullen daar wel olie hebben.
:33:49
- Kent u die boot ?
- Er zijn veel van dit soort boten.