:40:01
Schiet op.
:40:04
Ga zelf maar bij 't raam staan.
:40:10
Mooi wapen.
- Schiet op.
:40:14
Ik ga al.
:40:17
Waar is Steven ?
- Hoezo ?
:40:20
Hij is mijn broer.
- Hij is al heel lang niet geweest.
:40:26
Hij stond net nog voor de deur.
- Waarom rent je broer voor je weg ?
:40:33
Ik stel hier de vragen.
Waar is Muki ?
:40:37
Je moet Muki niet opzoeken.
Muki vindt jou wel.
:40:45
Ik krijg nog wat van je.
Geef hier.
:40:49
Om te laten zien hoe aardig ik ben,
krijg je ook je geld terug.
:40:55
Zeg maar tegen Karen
dat 't een cadeautje is.
:41:02
Je moet je kamer 's opruimen.
:41:11
Heb je 't ?
:41:24
Jij hebt wat jij wilt
en ik heb wat ik wil. Ik ga.
:41:32
Wat bedoel je ?
- Ik heb Steven gezien.
:41:37
Waar ?
- Bij die dealer van je.
:41:41
Is alles in orde met 'm ?
- Hij zag er slecht uit.
:41:46
Waar is hij nu ?
- Weet ik niet. Hij rende weg.
:41:50
Misschien is ie paranoïde
geworden door dit spul.
:41:53
Bedoel je dat hij ook een junk is ?
:41:59
Op de rush.