1:14:04
- Waar is mijn zoon ?
- Ik weet waar ze zijn.
1:14:10
Jij gaat je zoon halen.
Ik zorg voor haar.
1:14:15
- Bedankt.
- Je staat bij me in de schuld.
1:14:57
Laat hem vallen.
Anders is het spel uit.
1:15:07
Weet je, Jack ...
Ik mag je toch Jack noemen ?
1:15:12
Ik wed dat je geen nacht
je ogen kunt sluiten -
1:15:19
- zonder mijn zoontje
voor je te zien.
1:15:23
Ik geef je de kans
je zoon te redden.
1:15:28
Als je overleeft,
leer je je zoon kennen.
1:15:33
Zo niet, dan voed ik hem op
als mijn eigen zoon.
1:15:38
Mannen zijn sterk, Jack.
Maar de tijger is sterker.
1:15:51
Wees voorzichtig, Jack.
1:15:54
Je mag best op een mijn trappen.
Maar ervan afstappen is wat anders.