1:11:00
Ken je die vent ?
- Welke vent ?
1:11:03
Die vent die Clementine geneukt
heeft. Nee.
1:11:06
Maar ik heb 'm vandaag wel gezien.
- Heb je 'm gezien ?
1:11:11
In het casino. Hij liep rond
alsof er niks gebeurd was.
1:11:16
Misschien heeft hij de politie niet gebeld.
- Klopt.
1:11:21
Weet je dat zeker ?
- Ik ben de hele tijd hier geweest.
1:11:25
Als de politie was geweest, had ik ze
gezien. Hij wil geen gĂȘnante situatie.
1:11:32
En zijn vrouw dan ?
1:11:35
Hij zal haar wel het een en ander
uit moeten leggen.
1:11:41
Dus je denkt niet
dat ze de politie gebeld heeft ?
1:11:44
Als ze hier geweest waren,
had ik ze gezien.
1:11:50
Heeft die vent je gezien ?
- Nee, hij was al bewusteloos.
1:11:57
Je hebt John 'n revolver gegeven.
- Hij wilde er graag een.
1:12:01
Hij was niet geladen. Ik zou hem
nooit 'n geladen wapen geven.
1:12:07
Heb je die revolver nog ?
- Ik heb 'm weggegooid.
1:12:12
Ik was gek op dat ding.
- Waarom wilde je me spreken ?
1:12:19
Het geeft niet dat je 'm weg hebt
gegooid. Ik heb er meer.
1:12:22
Ik was erbij, met John en Clementine.
En jij was er ook.
1:12:27
Wil je nu iets ?
1:12:28
Ik ga niet zeggen dat ik jullie verlink
tenzij ik ook een deel krijg.
1:12:34
John is m'n vriend.
Clementine is een schatje.
1:12:38
En jij bent 'n klassieker, een old-
timer. Daar heb ik respect voor.
1:12:44
Wat valt er bovendien te halen ?
- Precies. Dus wat nu ?