1:15:01
Zet de motor af, of ik schiet je neer.
1:15:06
Ik zweer het. Ik schiet je in je voet
en laat je bloeden. Zet hem af.
1:15:13
John weet niet dat jij zijn vader hebt
vermoord, maar ik ga het 'm vertellen.
1:15:19
Wil je dat ? Dan wil ik 10000 dollar.
- Die heb ik niet.
1:15:24
Dan ga ik hiermee naar Niagara Falls.
- Niet doen.
1:15:27
Tienduizend dollar.
- Ik zorg ervoor. Wanneer ?
1:15:31
Ik wil het nu.
- Onmogelijk.
1:15:34
Onzin.
- Het kan niet nu.
1:15:36
Zeg je nee tegen mij ?
Is dat het ?
1:15:39
Stomme idioot. Je kent me niet.
Ik doorzeef je hiervoor.
1:15:43
Ik haal het morgen.
- Niet morgen. Nu.
1:15:46
Doe dat pistool toch weg.
- Ik wil het geld nu.
1:15:50
Ik was een keiharde, hé ?
1:15:52
Dat ben ik ook.
Dit pistool is ook keihard.
1:15:56
Ik heb 6000 dollar, meer niet.
Ik geef je alles wat ik heb.
1:16:01
Dat is ook goed.
- Wanneer ?
1:16:03
Begin nou niet weer.
Waar is het geld ?
1:16:07
Ik heb het wel. Het staat op de bank.
- Kom hier. Ga op dat glas zitten.
1:16:52
Ga op de bank zitten.