:40:17
Help!
:40:20
Help me toch!
:40:30
Wat wil je?
:40:41
Het spijt me.
Het was niet zo bedoeld.
:40:50
Een ogenblikje, agent.
:41:01
- Julie ...
- Wat is er gebeurd?
:41:06
Nee. Voor de zoveelste keer:
ik kon zijn gezicht niet zien.
:41:11
Iemand wilde je vermoorden.
We moeten naar de politie gaan.
:41:15
Als hij me wilde vermoorden,
had hij 't gedaan. Hij solt met ons.
:41:20
- Wie?
- Iemand in een oliejas.
:41:23
Dat beperkt het aantal
in een vissersplaats.
:41:26
Over vissers gesproken ...
Jij hebt een oliejas.
:41:34
- Wil je mij de schuld geven?
- Zo komen we niet verder.
:41:42
We moesten schoon schip maken.
:41:46
Nee. We houden ons aan het pact.
:41:50
Dat is waanzin. Kijk naar ons!
Het geheim maakt ons kapot.
:41:55
We gaan niet naar de politie.
:41:57
Als we open kaart spelen, houden we
nog iets van ons leven over.