:45:00
- Wat doe je ?
- Die kabel houdt het niet.
:45:03
- We moeten ze eruit halen.
- Hoezo 'we' ?
:45:14
Zit ie vast ?
:45:18
Voorzichtig.
:45:20
Ik ben zo terug.
:45:50
- Wat doet ie ?
- Hij komt zo terug.
:46:02
We moeten die kant ophijsen.
Anders slaat ie te pletter.
:46:07
- Niet bewegen.
- In Godsnaam, hijs ons op.
:46:11
We doen ons best.
Hou de boot in balans.
:46:15
Jullie gaan een voor een.
:46:18
Ze zit nog op dat schip.
Ik voel het.
:46:22
- Waar ga je naartoe ?
- Nee, niet doen. Dan stort ie neer.
:46:47
- Ik heb een touw nodig.
- Je kan er niets aan doen.
:46:54
Opgepast.
:46:56
- Pak het touw.
- Ik ga wel.