Titanic
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:14:04
De helft maar.
1:14:06
Je ziet alles, hè ?
1:14:08
Deze nieuwe davits kunnen
'n dubbele rij sloepen strijken.

1:14:14
Maar 'men' vond
dat het dek te vol werd.

1:14:18
Dus het mocht niet.
1:14:20
Zonde van de ruimte
op 'n onzinkbaar schip.

1:14:24
Slaap maar rustig. Het schip
is sterk. Je hebt geen sloep nodig.

1:14:30
We gaan nu naar de machinekamer.
1:14:38
Dit kan echt niet.
lk kan niet metje praten.

1:14:43
- lk moetje spreken.
- Nee, Jack.

1:14:47
lk ben verloofd.
1:14:50
lk trouw met Cal.
1:14:52
lk hou van Cal.
1:14:56
Je bent niet makkelijk.
Je bent 'n verwend nest, zelfs.

1:15:02
Maar tegelijk ben je
de meest verbijsterende

1:15:07
verrukkelijke vrouw
die ik ooit heb gekend.

1:15:12
Nee, laat me uitpraten.
Je bent...

1:15:17
lk ben niet gek.
lk weet hoe 't gaat.

1:15:20
lk heb tien dollar. lk kan je
niets bieden, dat weet ik.

1:15:25
lk begrijp het.
1:15:28
Maar het is te laat.
Als jij springt, spring ik ook.

1:15:32
lk moet zeker weten datjij 't redt.
Meer vraag ik niet.

1:15:38
Met mij gaat 't goed.
1:15:41
lk red 't wel. Serieus.
1:15:44
Echt waar ?
1:15:47
lk geloof 't niet.
1:15:50
Je zit in de val. Dat wordtje dood.
Niet meteen, wantje bent sterk.

1:15:57
Maar vroeg of laat
is dat vuur in je


vorige.
volgende.