:41:06
Ze is m´n kleine meid.
M´n schatje.
:41:14
Ik zou er niet tegen kunnen haar
haar laatste adem te zien uitblazen.
:41:22
Nee. Ik niet.
:41:27
Maar jij...
Jij kunt wel iemand vermoorden.
:41:38
Stel dat ik de hoer dood wil hebben.
:41:42
- Wat wil je daarvoor ?
- Hoe zet je een prijs op ´n moord ?
:41:46
Ik zet ´m op $50.000
min jouw deel, natuurlijk. Dat is ?
:41:55
- 20.000.
- Zoveel geld heb ik niet.
:42:01
- ´t Verzekeringsgeld duurt even.
- Hoeveel heb je dan ?
:42:06
Misschien 10.000.
:42:09
- Ik heb 13.000 nodig.
- Dat is vrij veel.
:42:13
Dit gaat over de moord op je vrouw,
niet ´t kopen van ´n auto.
:42:18
´t Is 13.000 of niets.
:42:34
Je bent ´n harde onderhandelaar.
:42:38
Maar ik had ´t gevoel dat jij de man
was, toen ik je ontmoette.
:42:43
´t Lijkt erop
dat we hier ´n contract hebben.
:42:48
Hand erop ?
:42:51
Als je niet vertrouwt op de man
die je vrouw gaat vermoorden...
:42:55
Luister...
Het moet op ´n ongeluk lijken.
:42:59
Doet dat ´t niet, komt er narigheid.