:50:00
Het leek wel of het schip vastliep.
Zo plotseling stopten we.
:50:05
En ineens waren ze overal.
De passagiers in paniek...
:50:09
We hadden nergens tijd voor.
- De sloepen haalden we niet eens.
:50:13
Er was zelfs geen tijd meer
om een S.O.S. uit te zenden.
:50:17
We moeten toch 'n noodsignaal geven.
:50:21
Aan het korps mariniers.
- Nu meteen.
:50:24
Dat kan niet.
Er is iets wat de systemen blokkeert.
:50:27
Nee, niet 'iets'...
:50:31
... maar 'iemand'.
:50:33
Wie Ben jij ?
- Simon Canton. Eigenaar van 't schip.
:50:37
Hanovers handlanger heeft alle
communicatiemiddelen uitgeschakeld.
:50:42
Jullie kennen elkaar.
:50:44
Jij was het dus.
- Heel snel uitgedokterd, Mr. Finnegan.
:50:49
Is dat waar, Canton ?
- Wat doen we er aan ?
:50:57
Wat doen we er aan, vroeg ik.
- Geefantwoord.
:51:01
Geefantwoord, klootzak.
:51:04
Alle computers zijn onklaar gemaakt.
:51:07
Er wordt dus geen hulp ingeroepen.
:51:12
Waar is dit nou goed voor ?
- Dit was toch je levenswerk ?
:51:16
Het is 'n paar honderd miljoen waard.
- 487, 6 miljoen dollar.
:51:23
De verzekering. Vandaar de torpedo's,
om het tot zinken te brengen.
:51:27
M'n leven en m'n geld
zitten in dit schip.
:51:31
Ik geef het niet weg
aan een stel bankiers.
:51:34
Wat nou,
het draaide op volle capaciteit.
:51:37
Maar de exploitatiekosten waren
veel hoger dan de inkomsten.
:51:43
Moeten wij dood voor jouw rekenfout ?
- Ik heb de marktverkeerd ingeschat.
:51:48
Had je de passagiers
ook meeverzekerd ?
:51:51
De passagiers, de bemanning en ik
zouden in reddingsboten overleven.
:51:56
Als iemand hier 'n schoft is,
Ben jij 't wel.
:51:59
Gore hufter. Laat je ons creperen
om geld op te strijken ?