:16:02
Doei.
- Waar ga je heen ?
:16:05
Ik vertrek.
- Kan ik met je mee vertrekken ?
:16:09
Volg me.
:16:13
En je naam is ?
:16:15
Mary Jane.
- Echt waar ?
:16:18
Ja, maar wat is dit ?
:16:21
Je werkuniform ?
- Dit is mijn kostuum.
:16:25
Morgen ben ik een cowboy, en daarna
een indiaan.
:16:28
Elke dag verkleed ik me anders.
:16:31
Dat is iets waarmee ik bezig ben.
:16:34
Ik ben een schoonmaker.
- Waarom ben je hier ?
:16:38
Bezig van drugs.
:16:41
Mijn vader was een drugsdealer.
- Dat moet rot geweest zijn.
:16:45
Het verwoeste zijn leven.
- Wat rot.
:16:49
Ik gebruik geen drugs.
Drugs maken me ziek.
:16:52
Ze zijn slecht voor je lichaam
Omhoog met hoop, omlaag met dope.
:16:56
Thurgood, we moeten gaan.
:16:58
Ga met de trein. Eerst nog even roken.
:17:01
Laten we gaan B.
:17:04
Wat doe je ?
- Soepel lichaam.
:17:08
Is dat Prell ?
Gebruik je Prell ?
:17:14
Dit is Mary Jane.
:17:18
Dat is wat ie zegt.
We willen een opsteken.
:17:20
Nee, dit is Mary Jane.
:17:24
Maak kennis. Zeg hallo, of schud
zelfs haar hand.
:17:28
Hoe gaat ie ?
- Hoi.
:17:33
Hebben jullie een lift nodig ?
Ik heb een auto.
:17:37
Dat scheelt je een treinrit.
- Rook je ?
:17:41
Mijn oma stierf aan longkanker.
- Dat spijt me om te horen.
:17:46
Des te meer reden om te roken.
:17:54
Wat ze proberen te zeggen is, dat
we graag met je meerijden.
:17:59
Geweldig.