:48:03
Weet je, hiernaast staat het leeg.
Daar kunnen jullie wel naartoe.
:48:09
Je gooit ze toch niet
voor de leeuwen?
:48:14
Wat dan, generaal Schwarzkopf?
:48:17
Ik moet toch weg.
Het leger is vast al bij mijn wagen.
:48:22
Hij kan onze boot wel lenen.
Hij kan moeilijk gaan zwemmen.
:48:26
Ze krijgen onze boot niet.
:48:29
Waarom geef je ze niet meteen
de TV mee? En het servies.
:48:34
Ik ben Tom.
-Voorzichtig, Tom.
:48:37
Ik wil niet weer je leven redden.
:48:40
Negeer me niet zo.
Kom onmiddellijk hier.
:48:49
Alsjeblieft.
:48:58
Je geeft zomaar onze boot mee.
Je bent een echte Einstein, Henry.
:49:05
Ga je mee?
:49:09
Jezus, wacht je soms op een
afscheidskus? Kom naar binnen.
:49:14
En denk aan de gordijnen.
Doe dat raam dicht.
:49:29
Zullen we hem nu pakken?
:49:33
Als hij ons hoort, zet hij ons onder
stroom of laat hij ons zinken.
:49:38
Of jullie schieten hem dood.
:49:42
Trouwens, ik weet waar hij
naartoe gaat.
:49:45
Maar ik wil weten
waar hij vandaan komt.