:04:03
Ze gaan binnenvallen.
- Laat ze maar komen.
:04:08
Ik moet naar huis.
Toe, laat me naar huis gaan.
:04:13
Op de grond.
- Laat me gaan.
:04:16
Doe wat hij zegt.
:04:37
Ik vind dit maar niets.
:04:40
Je zei dat we hier
zo weer weg zouden zijn.
:04:44
Dat ze zich zouden terugtrekken.
:04:49
Dat doen ze niet.
:04:51
Er staat 'n heel leger.
Ze zullen ons neermaaien.
:04:55
God wil 'n groot wonder verrichten.
- God wil je jongens niet dood.
:05:09
We hebben meer tijd nodig.
- Jij bent niet de baas. Kop dicht.
:05:14
Opgehangen.
- We gaan.
:05:16
Onze man daar wil meer tijd.
- Die agent hoort daar niet te zijn.
:05:23
We gaan.
- Ik probeer 't met de megafoon.
:05:26
Drie minuten.
:05:31
Hier agent Blackwell, Edgar.
Neem de telefoon op.
:05:37
Ik moet met je praten.
- Je kunt nog weg.
:05:43
Verzet je.
:05:47
Zeg dat je naar huis wilt.
Kun je dat ?