:30:11
Je gaat eraan, smerig stuk vreten.
Asociale dealer.
:30:23
Voor hem was 't makkelijk.
Hij zag 't niet aankomen.
:30:27
Maarjij weet
watje te wachten staat.
:30:31
- Wat is er met jou?
- Iemand heeft 'm vermoord.
:30:37
Het is even voorbij deze brug.
:30:42
Ik zie niks.
Weet je zeker dat 't hier was?
:30:57
Ik snap 't niet. De auto stond hier.
:31:00
- Wat voor drugs slik jij?
- Ik slik niks. De auto stond hier.
:31:08
- Hier, bedoel je?
- Ik heb 'm gezien en aangeraakt.
:31:13
- Vast de moordenaar van Michelle.
- Onmogelijk.
:31:17
De politie heeft die pompbediende
vanmiddag gearresteerd.
:31:24
Het was een etalagepop.
Die gebruikt Damon altijd.
:31:29
Hij heeft 'n levensgrote opblaaspop.
Dat wist je zeker niet.
:31:34
Het was geen pop. Damon is dood.
:31:37
Hij is de grootste poetsenbakker
op de campus.
:31:41
Hij deed zich ooit voor
als een van de broertjes Hanson.
:31:46
- Waarom is ie dan niet hier?
- Hij is snowboarden.
:31:50
Een vrijgezellenfeest
met oude schoolmaatjes.
:31:57
Wacht even. Er zitten krassen
op 't dak van de auto.