:45:07
Kom, Katie.
:45:22
Waar was je ?
:45:25
Je bent de hele middag
al zo afwezig.
:45:29
Ik dacht aan iemand.
:45:32
Je vrouw hield heel veel
van haar kinderen.
:45:36
Ja, maar daar hoef je niet
kapot door te gaan.
:45:44
Vertel me eens een herinnering
van jezelf.
:45:48
Iets met je dochter.
:46:08
Dat is het werk van iemand anders.
:46:12
Nou en ?
:46:14
Je keek toch niet.
:46:20
Jij bent aan zet.
:46:24
Als we dood zijn,
gaan we dan daarheen ?
:46:32
Dat is een mooie droom.
:46:36
Maar dromen...
- Zijn niet echt. Ik weet het.
:46:44
Het is over twaalven.
- Ik heb nog niet gewonnen.
:46:47
Dat betekent
dat je eerlijk speelt...
:46:52
... en dat ik echt moet winnen.
Tot zolang wil ik doorspelen.
:46:58
Of wil jij stoppen ?
- Nee, we spelen tot jij wint.