:08:02
Ze gaan vast door een hel.
:08:07
Ze wonen hier al twee maanden.
We hadden nog geen woord gewisseld.
:08:13
je kunt niet met iedereen
vrienden zijn.
:08:15
Ik zag ze het huis opknappen.
Ik zag hun kinderen spelen.
:08:20
En vanavond hield ik hun zoon
in mijn armen.
:08:24
Mijn buurjongetje.
En ik wist niet eens hoe hij heette.
:08:48
Is hij dood ?
:08:52
Nee, maar hij moet wel een tijdje
in het ziekenhuis blijven.
:08:56
Ik zag het bloed op de straat.
:09:02
Hij wordt weer beter, Grant.
:09:07
Brooke heeft eten gemaakt.
Heb je geen honger ?
:09:16
Moet ik wat voor je maken ?
:09:21
Grant ?
:09:25
Blijft ze elke avond slapen ?
-Nee, niet elke avond.
:09:33
Maar gisteren had ik het gevraagd.
je vindt Brooke toch aardig ?
:09:38
Ik vond haar vroeger aardiger.
:09:47
Ga maar slapen.
:09:59
Ik hou van je.