:25:04
Kom, we gaan hem halen.
:25:07
Dat gaat niet zomaar.
We moeten een plan bedenken.
:25:16
De adelaar is geland.
:25:25
Weten jullie
waar de kamer van McNutly is ?
:25:31
Had u pizza besteld ?
Wat is de schade ?
:25:34
Precies een tientje.
:25:42
Je hebt absoluut geen honger.
:25:47
Tien dollar. De fooi geef ik aan de kerk.
Bedankt namens de Heer.
:25:52
Zeg hem maar dat het wel goed zit.
:25:55
Ik ben uitgehongerd.
Hopelijk heb je een lunchpakketje.
:26:00
Nee, maar ik heb geen honger.
Hij kan praten.
:26:04
Nou, het is een begin.
:26:14
Jouw komst doet me denken
aan de parabel van de verloren zoon.
:26:19
Er was eens een man.
Hij had twee zoons.
:26:23
Die groeiden op bij hem op de boerderij.
:26:26
Op een dag...
:26:46
Dat was een hele oude champignon.
:26:49
Waar was ik gebleven ?
:26:52
We zien helemaal niks.
Hoe weten we nou of het werkt ?
:26:56
Het duurt tien minuten tot een half uur.
Het ligt er aan.