:15:04
Ze wil opeens gaan leven
zoals haar voorouders.
:15:09
Allemaal onzin.
Je kunt de klok niet terugdraaien.
:15:15
Niemand leeft nog in het bos.
- Ik wel.
:15:19
Hoe blijf je daar in leven ?
- Ik heb niet veel nodig.
:15:26
Het bos zorgt voor me.
:15:29
Dappere praatjes. M'n dochter
laat zich erdoor meeslepen.
:15:33
Ze zou het geen week volhouden.
- Toch gaat ze met je naar het noorden ?
:15:40
Dat heb ik nooit gezegd.
:15:44
Pony krijgt altijd haar zin.
:15:48
Je kunt natuurlijk opbreken voor
ze er erg in heeft. Dan ben je weg.