:41:14
Niet te geloven.
:41:17
Hij vindt je aardig.
- Nou, ik hem niet.
:41:23
Zet hem dan weer op de grond.
:41:27
Hij weet niet datje hem niet aardig
vindt. Je moet duidelijker zijn.
:41:40
Wegwezen, donskop.
- Dat is duidelijke taal.
:41:54
Archie, ik ben een van de micks kwijt.
- Hij moet er toch zijn.
:41:59
Hij is er niet. Ik heb er een,
maar waar is de andere ?
:42:24
Hoe ver kan hij zijn ?
- Een heel eind.
:42:28
Kun je hem niet opsporen ?
- Als er sneeuw lag. Hij kan overal zijn.
:42:33
Misschien helemaal bij de vallenlijn ?
- Nee.
:42:40
O, god.