:01:02
Ik ga vroeg naar het vliegveld.
Ga je mee koffie drinken?
:01:41
-Straks kom je te laat.
-Ik ga naar de rechtbank.
:01:45
-Werk je vandaag over?
-Als jij het doet wel.
:01:49
Ik wou je meenemen naar The Palm.
:01:52
Ik wil m'n vader zo'n weerradio
geven nu hij vaart.
:01:59
Geef hem een boek,
dat vindt hij vast leuk.
:02:02
Dat vind jij leuk.
:02:05
Hij gelooft meteorologen.
Hij wil weten of er een orkaan komt.
:02:10
Wat is er mis met The Palm?
:02:14
-Het is er druk op vrijdag.
-Daar hou je van.
:02:18
Goed, dan gaan we.
:02:43
Als je toch tijd over hebt...
:02:51
Help.
:02:54
Had hij het over God?
Vraag hem of God iets ergs zei.
:02:59
-Als hij zegt dat tegen God praat...
-Dat ding is draadloos.