:42:14
Het lukte me niet.
:42:17
Je moet naar 't ziekenhuis.
-Geen tijd voor.
:42:20
Je hebt inwendige bloedingen.
-Dat zou me niets verbazen.
:42:25
lk heb het geld nodig.
:42:27
Zo veel geld heb ik niet.
-Hoe veel heb je?
:42:30
1000 op z'n hoogst.
:42:36
Kom op, nog 'n keer.
Deze kant op.
:42:41
Zou je 't me geven als je 't had?
:42:45
lk denk niet dat ik 't zou doen.
:42:47
Verdomd eerlijk, net als je moeder.
Laat ook maar, dan.
:42:53
We kunnen net zo goed naar
het ziekenhuis gaan.
:42:56
We redden 't wel. Doe je best.
:43:01
Weet je al wie de FBl agent is?
-Als-ie er is, hebben we 'm niet gezien.
:43:05
Je kan beter naar binnen gaan.
Hij is pissig op je.
:43:08
Dat is nieuw voor me.
:43:14
Je bent laat.
-Het spijt me.
:43:20
Mijn vader was gevallen.
lk bracht hem naar 't ziekenhuis.
:43:23
Heeft dat de hele nacht geduurd?
:43:25
lk vond hem pas vanmorgen.
Hij was in de badkamer.
:43:33
Het lijkt of-ie je gekrabd heeft.
-Ja, toen ik hem droeg.
:43:37
ls-ie oké?
-Hij redt 't wel.
:43:42
Hij was 'n agent, hè?
-Ja, in 't 25e district.
:43:47
Ruige buurt. Ben jij daarom hier?
Om je vader iets te bewijzen?
:43:51
Nee, waarom? Ben jij daarom hier?
:43:55
Mijn vader is dood. lk hoef niemand
iets te bewijzen. En jij?