1:06:03
Neemt iemand wel eens
een idee van je over ?
1:06:07
Dat dacht ik al. Ik zie je wel weer.
- Trouwens nog gefeliciteerd.
1:06:13
Die koekjes die je vrouw voor Spago
maakt, zijn een enorm succes.
1:06:19
Ik zal het doorgeven.
- Denk aan die dode vissen.
1:06:35
Is Sarah er ?
- Als ze niet opendoet, waarschijnlijk niet.
1:06:42
Ik moet haar te pakken krijgen.
Ik ben met een idee bezig.
1:06:46
De parkeergelegenheid is niet best.
- Ik zal er wat aan doen.
1:06:51
Hoe laat is ze terug ?
Heb je iets te lezen ?
1:06:54
Ik heb geen wachtkamer.
- Zeg haar dat ik geweest ben.
1:06:58
Ik heb een probleem.
- Waar werk je aan ?
1:07:01
Mondje dicht ? Ik maak een remake van
Raging Bull met iemand die mager is.
1:07:08
Zie je het voor je ?
Niet gewoon mager, broodmager.
1:07:12
Broodmager.
- Mager, maar woedend.
1:07:15
En woedend.
- Mager en woedend.
1:07:20
Is hier een Starbuck's ?
- Heb je niet genoeg gehad ?
1:07:24
Genoeg ? Goed idee. Ik ben hier nooit
geweest. We kennen elkaar niet.
1:07:30
Het cadeau komt per post.
1:07:32
Ik had je 'n script gestuurd.
- Niet gehad.
1:07:50
Je doet het geweldig.
- Dankzij jou.
1:07:53
Zullen we lunchen ?
- Goed.