1:23:11
Laten we naar Chow Fun gaan.
1:23:26
Daar kunnen we niet praten.
1:23:29
Weet ik.
1:23:32
-Wat bedoel je?
-Laten we naar Chow Fun gaan.
1:23:39
Omdat je het niet aankunt
het te vertellen? Zeg 't dan niet.
1:23:45
Ik zeg Chow Fun, omdat we 'ons' zijn.
1:23:50
We hebben 'n verleden.
En dat ontstaat niet zomaar.
1:23:56
In Mesopotamie of Troje zijn steden
boven op andere steden gebouwd.
1:24:02
Ik wil geen andere stad.
Ik hou van deze stad.
1:24:05
Ik herken je stemming
aan je wenkbrauwen.
1:24:10
Jij weet dat ik 's morgens stil ben
en je compenseert dat.
1:24:15
Dat perfectioneer je niet op één dag.
1:24:18
Het is veel moeilijker dan ik dacht,
maar de goede dingen overheersen.
1:24:24
Je geeft niet zomaar op.
Het is niet om de kinderen.
1:24:28
Maar ze zijn fantastisch.
En wij hebben ze gemaakt.
1:24:33
Eerst was er niets en toen waren er
mensen. En ze groeiden en toen. . .
1:24:38
Ik kan niet tegen 'n vreemde
zeggen: Josh heeft jouw handen.
1:24:46
En ik zal proberen te ontspannen.
1:24:50
Iedereen heeft eigenschappen
die gaan irriteren.
1:24:55
Waarom niet de jouwe?
lk zwem ook niet in vreugde.
1:24:59
Maar ik heb richtinggevoel
en ik kan 't strand vinden.