:44:19
Ik speelde
een spel met mijn kinderen.
:44:24
Ik gaf ze een stok.
:44:27
Eén voor elk kind.
Ik zei dat ze hem moesten breken.
:44:31
Dat was natuurlijk makkelijk.
:44:34
Toen moesten ze
de takken samenbinden
:44:37
en proberen de takkenbos te breken.
:44:39
Daar slaagden ze natuurlijk niet in.
:44:42
Toen zei ik: 'Die takkenbos,
dat is je familie.'
:45:02
Ga jij maar
in de aanhangwagen slapen.
:45:05
Ik slaap vannacht wel op mijn stoel.
:45:11
Ik slaap wel buiten.
:45:15
Als ik de sterren zie,
kan ik nadenken.
:45:38
Dank je.