:12:02
Dus je hebt 't niet gelezen.
:12:05
Dat doe ik wel, echt.
Het is gewoon te heet.
:12:18
Lees 't maar als ik eten maak.
- Dickie Greenleaf ?
:12:23
Wie ben jij ?
- Tom, Tom Ripley.
:12:29
We zaten samen op Princeton.
:12:33
Kenden we elkaar toen ?
:12:36
Ik kende jou,
dus ik neem aan dat je mij ook kent.
:12:41
Princeton is in mist gehuld.
Heel Amerika is in mist gehuld.
:12:46
Dit is Marge Sherwood.
Tom... Hoe heet je ?
:12:50
Aangenaam.
- Aangenaam, Marge.
:12:54
Wat doe je in Mongi ?
- Niets. Niet veel.
:12:58
Ik ben op doorreis.
- Doorreis ?
:13:04
Je bent erg wit.
:13:08
Heb je ooit zo'n witte vent
gezien ? Het is eigenlijk grijs.
:13:12
Gewoon ondergrond.
:13:15
Hoe bedoel je ?
- Je weet wel, grondverf.
:13:20
Grappig. Margie vindt 't leuk,
want zij is ook zo wit.
:13:25
Ja, en jij bent niet leuk. Wil je
mee-eten voor je weggaat ? Dickie ?
:13:35
Wat 'n toeval.
:13:40
Ik kan 'm me niet herinneren.
Het is wel heel gek.
:13:54
Ik heb je overal gezocht.
Waar heb je gezeten ?
:13:59
Waar heb jij deze week gezeten ?
- Ik heb gewerkt.