:21:13
Ik kwam 'n oude vriend van Princeton
tegen. Een zekere Tom Ripley.
:21:19
Hij zegt dat ie me zal lastigvallen
tot ik ermee instem terug te gaan...
:21:23
... naar New York, samen met hem.
:21:33
Goeiemiddag.
:21:36
Hoe laat is 't ?
- ... naar New York, samen met hem.
:21:40
Uw...
- Typ je altijd je brieven ?
:21:45
Dat moet met twee T's.
- Ik kan niet schrijven en spellen.
:21:49
Voorrecht van 'n eersteklas scholing.
:21:52
Je kamer is boven. Ermelinda
heeft je bed vast opgemaakt.
:21:59
Erg aardig van je.
- Zeg dat niet weer.
:22:05
Met jou als dubbelspion
bedonderen we m'n pa.
:22:08
Kopen we 'n auto van jouw
onkostenvergoeding ? Geweldig.
:22:16
We kopen 'n Cinquecento
met geld van pa.
:22:20
Je kunt niet rijden.
- Kun je dat niet ?
:22:23
We hebben 'n ijskast nodig. Als
je dat doet, ben ik altijd je vriend.
:22:29
Ik ben 't volkomen met haar eens.
:22:33
IJskast.
:22:47
Komt hij bij je wonen ?
- Eventjes maar.
:22:51
Ik moet om hem lachen.
- Goed, schat.
:22:55
Zeg je 't anders ?
- Ik mag 'm wel.
:22:59
Jij vindt iedereen aardig.
- Ik vind jou niet aardig.