:26:02
- Mevrouw, u moet eraf.
- Ziekenhuis.
:26:07
- Help ons toch.
- Geef ze onze voedselrantsoenen.
:26:15
Pak aan.
:26:19
Die soldaat pakt het water af
van die vrouw.
:26:26
Aan de kant.
:26:30
Geef dat aan die jongen terug.
:26:38
Neem me mee.
:26:41
Je kunt niet mee.
:27:00
Dit is geen droom.
:27:05
Wat was dat allemaal, majoor?
:27:07
De soldaten schoten op burgers.
Of wij er niet bij waren.
:27:12
- Ze pakken nu burgers aan, niet ons.
- En die melkwagen?
:27:17
- De mensen moeten honger lijden.
- Waarom?
:27:20
Bush heeft ze
tot opstand opgeroepen.
:27:23
Ze rekenden ten onrechte op onze
steun. Nu worden ze afgeslacht.
:27:33
- Waar is de volgende bunker?
- Als het klopt, zo'n 20 kilometer.
:27:40
Nee, dat is niet zo.
:27:43
- Er is iets met die put.
- Welke put?
:27:46
Die put midden in het dorp.
:27:48
Hij werd bewaakt.
Er zit vast een bunker onder.
:27:52
Die kerel stond te liegen.
:27:55
We zullen terug moeten.