:27:00
Maar zo werkt het niet.
:27:03
De meeste dingen in het leven
zijn ook niet zo simpel.
:27:08
Vind je dat simpel ? Je weet niet hoe
moeilijk 't is om zoiets te maken.
:27:14
Ik dacht dat je het als een metafoor
voor een relatie bedoelde.
:27:21
Dat dacht ik wel.
:27:23
Ik kende Amy niet zo goed,
maar het leek allemaal te kloppen.
:27:29
Studeer je wiskunde ?
- Nee, bouwkunde.
:27:35
Ik ben het zat.
- Bouwkunde ?
:27:38
Nee, met relaties. Het is gewoon
te moeilijk. Het is het niet waard.
:27:45
Assentior. Dat ben ik met je eens.
Dat is Latijn.
:27:49
Wat heb je toch met Latijn ?
- Dat studeer ik.
:27:53
Waarom ? Wat heb je daar nou aan ?
- Ik wil in Italiƫ gaan studeren.
:27:59
En daarna ?
:28:02
Dat zie ik dan wel weer.
- Zie je nou ?
:28:05
Je bent geweldig. Dat kan ik niet.
- Iets niet plannen, bedoel je.
:28:09
Of iets wat daarop lijkt.
:28:14
Maar waarom zou je altijd
een plan moeten maken ?
:28:19
Je kreeg altijd wel je zin,
of je iets nou wilde of niet.
:28:23
Dat is waar.
:28:26
De eerste keer dat ik iets wilde en
er achteraan ging, was met Michael.
:28:32
En dat pakte echt fantastisch uit.
:28:37
Je bent derdejaars.
Jij zou het moeten weten.
:28:41
Dat denk jij.
- Nee, maar ik ben dom. Toch ?
:28:45
En gespannen. En nog lelijk ook.
:28:49
Dat heb ik allemaal gezegd
toen ik nog geen Prozac slikte.
:28:53
Slik jij Prozac ?
- Was het maar waar.
:28:58
Dat was een grapje.