1:12:15
Ryan Walker,
waar heb je al die tijd gezeten ?
1:12:19
Wat heb je gedaan ?
- Ik moest studeren.
1:12:23
Wat is er ? Hoe gaat het met je ?
- Goed. Ik heb het druk.
1:12:29
Ik ook. Ik ben afgestudeerd.
1:12:33
Ik zeg Berkeley vaarwel
en ga de wijde wereld in.
1:12:39
Zullen we iets gaan doen ?
1:12:45
Ik moet echt weer gaan leren.
1:12:51
Ik zie je nog wel eens.
- Over een paar dagen ben ik weg.
1:12:57
Je kunt geen afscheidsfeest
organiseren, zeker ?
1:13:01
O, ja. Je gaat naar Italiƫ.
Je zult wel blij zijn.
1:13:05
Ach, ik doe alles om m'n oksels
niet te hoeven scheren.
1:13:09
Ik blijf hier.
- Wanneer is je laatste examen ?
1:13:14
Zullen we het gaan vieren ?
- Nee, ik ga meteen daarna weg.
1:13:22
Dan spreek ik je nog wel.
1:13:30
Wat is dit allemaal ?
- Wat ?
1:13:32
Wat denk je ? Waar zijn we mee bezig ?
- Dat weet ik niet.
1:13:37
Er is niks.
- Megan vertelde me net dat 't uit is.
1:13:43
Gaat het daarom ?
Je had het niet moeten zeggen.
1:13:46
Dat weet ik.
1:13:49
Ben je van streek ?
1:13:52
Wat is er dan ?
- Dat weet ik niet.
1:13:55
Het is niet meer hetzelfde.
- Dat hadden we toch uitgepraat ?