Chocolat
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:17:33
Meneer de Graaf?
-Wie is daar?

1:17:36
lk moet u spreken.
1:17:53
Ziet u dat, meneer de Graaf?
1:17:57
Daar is Josephine, die stomme koe.
1:18:02
Er moet iets gebeuren, Serge.
1:18:06
Er moet iets gebeuren.
1:18:37
Klaar?
-Bijna.

1:18:40
Bijna.
1:18:44
Kom op, hou op, je bent klaar.
1:18:48
Kom mee.
1:18:53
Chocolade. Overal chocolade.
-Geeft niks.


vorige.
volgende.