:51:34
Als je zulke dingen op televisie
ziet, lijkt het zo onwerkelijk.
:51:39
Maar als het jezelf overkomt,
valt het rauw op je dak.
:52:06
We hebben toch goed uitgekeken?
-Daar heb ik wat aan.
:52:10
Waarom zei je niks?
-lk had hoop.
:52:13
Je bent toch regelmatig?
:52:15
Kalmeer een beetje.
-Waarom zou ik?
:52:23
Doe de test, dan zijn we ervan af.
We hebben elkaar.
:52:27
We kunnen het aan.
We doen het samen.
:52:31
Het spijt me.
:52:34
lk wil nu alleen zijn.
:52:49
De nachtmerrie was begonnen.
:52:52
Het was voor Al ook moeilijk.
En hij wilde me echt helpen.
:52:57
Maar ik wilde alleen zijn.