1:12:00
Wat is er?
1:12:05
lk heb 't net van Murph gehoord.
1:12:13
Bobby is een moordenaar.
1:12:27
Je hebt een probleem.
1:12:29
lk dekje niet meer. De stapel
lijken wordt steeds hoger.
1:12:33
Lijken?
-Stap in.
1:12:40
Murph, hoe gaat ie?
-Stukken beter dan je vader.
1:12:46
lk snap er niets van.
-Ben je 'n seriemoordenaar?
1:12:53
Heb je Ellen gezien?
1:12:58
Rona, blijf hier.
lk moet zo even met je babbelen.
1:13:07
Waar ga je heen?
-lk smeer 'm.
1:13:09
Als Phil belt,
weet je niet waar ik ben.
1:13:13
Heb ik 't je niet verteld?
-Wat?
1:13:16
Phil is dood, liefje.
1:13:19
Phil is dood.
Waarom heb je niets verteld?
1:13:24
lk heb 't iemand verteld.
1:13:29
We zouden zondag gaan trouwen.
1:13:32
Alles komt goed.
1:13:37
Hoe dichter de dag nadert,
hoe meer moorden hij pleegt.
1:13:43
lk kan niet
met een moordenaar trouwen.
1:13:47
Zo ben ik niet. Dat zit niet in me.
-Rustig maar.
1:13:52
lk ben je zo dankbaar.
1:13:56
Daar zijn vrienden voor.