1:04:01
Hoe doe ik dat?
1:04:03
Hoe je verdedigt?
lk laat je één manier zien, hier.
1:04:07
Omdraaien.
1:04:13
Voel je dat?
1:04:14
Ja.
1:04:16
Nu weet ik waar je heen gaat
want ik voel je bewegen.
1:04:20
Ga maar naar links.
1:04:24
Zie je, dat lukt je niet.
Ik voel je naar links bewegen.
1:04:27
Ga maar naar rechts.
1:04:32
Ik ben er nog.
1:04:33
Ik voel dat je naar rechts gaat,
dus daar kun je ook niet heen.
1:04:36
Probeer me te passeren.
1:04:40
Wacht.
1:04:43
Je moet eerst dribbelen.
1:04:44
Dribbelen. Oké. Zo...
1:04:48
Zo dus?
1:04:56
Papa?
1:04:57
Sommige van onze gasten vertrekken.
1:05:00
Ik zie je maandag, oké?
1:05:19
Het was Stamford.
1:05:21
Pardon?
1:05:22
In de bar in Londen.
1:05:24
Hij stelde Watson aan Holmes voor.
1:05:27
Kan je tijd besparen
als straks iedereen weg is.
1:05:37
Weet je hoe lang ik daaraan heb gewerkt?
1:05:40
't Lijken mij eerder twee of drie
seizoenen van geloofsperfectie.
1:05:49
Je bent zo ver weg
dat je me niet eens kunt horen.
1:05:52
Ik kan je vragen waarom je deze buurt
nooit uitgaat en je zou niet...
1:05:56
Paragraaf drie begint...
1:05:59
met een voegwoord, "en".