1:27:03
is niet of het goed is...
1:27:07
maar of het niet te goed is.
1:27:11
U heeft na uw komst hier een ongewoon
snelle vooruitgang geboekt...
1:27:16
zodanig dat ik
een van beide conclusies moet trekken:
1:27:21
Of u bent begenadigd met
een bijzonder talent, dat zich heeft geuit...
1:27:27
of...
1:27:30
u haalt uw inspiratie van elders.
1:27:34
Gezien uw voorgaande opleiding
en uw achtergrond...
1:27:38
weet ik zeker dat u me vergeeft
als ik m'n eigen conclusies trek.
1:27:41
Ik heb die opstellen geschreven.
1:27:43
Dat wilt u mij dan wel bewijzen.
1:27:47
De volgende opdracht
is voor over twee weken.
1:27:49
Ik geef u de uren
waarop u op mijn kamer kunt werken.
1:27:54
Ik wil dat u 't daar schrijft.
1:27:58
Mocht u in de tussentijd
ergens over willen praten...
1:28:04
Ik schrijf mooi niets.
1:28:07
En wat bewijst dat?
1:28:08
Als 't om een kind van zes nullen gaat,
zegt hij dan: "Gezien uw achtergrond"?
1:28:13
- Kind van zes nullen?
- $1.000.000.
1:28:15
Drie nullen, zes nullen.
1:28:17
Nee, ik denk 't niet.
1:28:19
Weet je waarvoor mensen het bangst zijn?
1:28:23
- Waarvoor?
- Voor wat ze niet begrijpen.
1:28:25
Als we iets niet begrijpen,
gaan we uit van onze veronderstellingen.
1:28:31
Crawford begrijpt niet...
1:28:32
hoe een zwart kind uit de Bronx
kan schrijven zoals jij dat doet.
1:28:36
Dus hij veronderstelt dat je 't niet kunt.
1:28:40
Zo veronderstel ik dat hij een eikel is.
1:28:43
Je hebt hem gekend, hé?
1:28:45
Crawford? Nee.
1:28:49
Maar hij dacht mij te kennen.
1:28:50
Hoe zat 't dan met zijn boek?
1:28:53
Vele schrijvers kennen
de regels van het schrijven...
1:28:56
maar ze kunnen niet schrijven.
1:28:58
Dus?
1:28:59
Dus schreef Crawford een boek
over vier auteurs die 't wel konden.