:30:02
Cicero.
:30:12
Is je werk niet te zwaar?
:30:18
Soms doe ik wat ik graag doe.
:30:21
Voor de rest doe ik wat ik moet doen.
:30:26
We kunnen misschien niet naar huis.
:30:58
Ben je klaar voor je taak?
:31:03
Ja, vader.
:31:06
Je wordt geen keizer.
:31:11
Welke wijzere, oudere man wel?
:31:13
M'n bevoegdheden gaan naar Maximus.
:31:16
Ik geef ze aan hem, tot de Senaat
weer in staat is om te regeren.
:31:23
Rome moet weer 'n republiek worden.
:31:29
Maximus...
:31:37
M'n besluit stelt je teleur.
:31:43
U schreef me ooit...
:31:47
...wat de hoogste deugden zijn.
:31:50
Wijsheid,
rechtvaardigheid...
:31:53
...standvastigheid...
:31:55
...en gematigdheid.
:31:59
Ik wist toen dat ik die niet had.