2:12:05
Een man zei eens: 'De dood
grijnst ons allen aan.'
2:12:09
'Je kunt alleen maar teruggrijnzen.'
2:12:13
Ik vraag me af of je vriend tegen
z'n eigen dood gegrijnsd heeft.
2:12:18
Dat moet jij weten.
2:12:22
Het was je vader.
2:12:28
Ik weet dat je van m'n vader hield.
2:12:31
Maar ik hield ook van hem.
2:12:34
Daarmee zijn we broers, hè?
2:12:39
Grijns nu naar me, broer.
2:12:47
Doe z'n harnas om, verberg de wond.