1:01:27
Hallo, hoe is het met u ?
1:01:30
Wacht even. Hallo ? Hallo ?
1:01:36
Dat was je moeder.
- Wat ?
1:01:39
Ze zei dat ze bezoek had gehad
van iemand naar wie jij op zoek bent.
1:01:44
Ze noemde hem de Maker of zoiets.
1:01:59
Wacht even, meneer.
Die man had een wapen.
1:02:08
Staan blijven.
1:02:11
Leg dat ding neer.
1:02:15
Draai je om.
1:02:20
Ik ben van de politie. Ik kom
voor meneer en mevrouw Thorne.
1:02:25
We verwachtten u al.
Als u zich nu gelegitimeerd had...
1:02:31
Ik ben hun zoon.
- Ik wist niet dat ze een zoon hadden.
1:02:40
Ze zijn er niet. We hebben
een uur geleden de politie gebeld.
1:02:44
Ze zijn na het eten verdwenen.
We hebben overal gezocht.
1:02:48
Ze zijn gewoon weg.