:12:02
St. Augustine zegt dat er
demonen en engelen op aarde zijn.
:12:06
Soms huizen ze samen
in de ziel van een man.
:12:13
Maar hoe weten we dan...
:12:15
wie er werkelijk goed is,
en wie slecht ?
:12:19
Dat weten we niet.
:12:23
we kunnen alleen waken
voor onze corruptie.
:12:34
Zul je vanavond voor me
oefenen met lezen ?
:12:38
De professor lichtte
Colombe's rok op...
:12:43
tot hoog boven haar middel.
:12:47
Laat me je onderwijzen
in de liefde, zei hij...
:12:52
en schoof haar directoire lager...
:12:56
en lager over haar knieën.
:12:59
Daar genesteld tussen haar benen,
lag, roze als een tulp...
:13:03
zo glad als een aal...
:13:05
we moeten die nare verhalen
niet lezen.
:13:08
Je hoeft niet te luisteren.
:13:13
Hij aanschouwde haar venusheuvel.
:13:18
Haar vlassen pruim,
het knipogende oog van God.
:13:26
Je bent in z'n kamer geweest, hé ?
:13:31
Een enkele keer.
:13:32
Ik heb gehoord dat hij
z'n tanden vijlt met een beitel.
:13:36
Hij is een schrijver, geen gek.
- wat doet hij hier dan ?
:13:41
Moord.
:13:45
Dat is niet waar.
:13:49
Z'n boeken zijn zo verdorven. Een man
doodde z'n vrouw na het lezen ervan.
:13:54
En twee vrouwen hadden een miskraam.
- Dat noem ik moord, ja.
:13:59
wie hem lastert,
heeft geen recht op z'n verhalen.