1:19:00
Ga naar binnen. lk heb boterhammen.
-Mrs Mourain...
1:19:04
Sorry dat ik u lastig val. lk ben...
-lk weet wie u bent.
1:19:08
ls dat uw zoon?
1:19:12
Kan ik u even spreken?
-Dat lijkt me geen goed idee.
1:19:16
Volgens mij zegt uw man niet
de waarheid over kolonel Childers.
1:19:23
Ga naar binnen.
Er staan boterhammen op tafel.
1:19:33
Dat zult u mijn man moeten vragen.
1:19:37
Kolonel Childers heeft z'n leven gewaagd
zodat u die kinderen kunt zien spelen.
1:19:43
Hebt u daar geen moeite mee?
1:19:49
lk vind 't rot voor kolonel Childers.
-Heeft hij u geschoffeerd...
1:19:53
...of uw man belet om zijn werk te doen?
1:19:57
Kunt u dat beamen?
1:20:01
ln mijn ogen
heeft hij zich eervol gedragen.
1:20:04
Wilt u dat getuigen?
1:20:13
Mijn man is een goed mens.
-Kolonel Childers ook.
1:20:18
lk ben tien jaar getrouwd.
Moet ik dat in een middag weggooien?
1:20:22
uw man en u, en uw zoontje...
1:20:25
...danken hun leven
aan kolonel Terry Childers.
1:20:31
We hebben allemaal onze prioriteiten.
1:20:35
lk kan u dagvaarden.
1:20:38
Doe dat alstublieft niet.
1:20:40
Zet me niet in de getuigenbank.
lk ben een heel geloofwaardige getuige.
1:20:45
Als u me nu wilt excuseren...
1:20:47
Zegt u de waarheid niet
als ik u dagvaard?
1:20:51
Wat is de waarheid?
1:20:53
Het gebeurde buiten.
lk was er niet bij. u wel?