:33:03
Wie is dit?
:33:24
lk ga je vermoorden.
lk ga je in stukjes snijden.
:33:28
Wie is dit?
-lk ga je fijnhakken als lever.
:33:31
lk ben in 't huis.
:33:33
Weet je waar ik ben?
:33:38
Het kan overal zijn.
lk ben zo snel als de wind, schat.
:33:43
Waar ben ik?
:33:48
Je zit achter de bank.
:33:52
Hoe weet je dat?
-lk zie je voeten.
:33:59
Draai je om. Doe je ogen dicht.
Niet gluren.
:34:11
Niet gluren. Draai je om.
:34:15
Nu mag je kijken.
:34:17
Weet je nu waar ik ben?
Dat weet je niet.
:34:21
Nee, meneer de Moordenaar,
ik weet niet waar je bent.
:34:24
lk zal je een hint geven.
:34:30
lk moet stoppen met drinken.
:34:39
Oma.
-Hallo, liefje.
:34:41
Mijn heup.