:48:03
Maar dat ben ik niet.
Dat is geen mens.
:48:07
Hoe weet ik nou dat jij hem niet bent
en andersom ?
:48:11
Hij kan zelfs niet timmeren.
:48:15
Laat dat sneetje in je kin zien.
- Kijk maar, hier.
:48:21
Dat zit er. Dat ben je het dus zelf.
:48:54
Het ging niet.
:48:58
Ik zit hier.
:49:03
Ik heb iets voor je.
:49:06
Slaapt Clara ?
- Jazeker.
:49:17
Hij pakt haar kont beet.
:49:22
Papa ?
:49:36
Wat doe je hier ?
- Ik had een nare droom.
:49:41
Ik leg je terug in bed.
:49:44
Brandweer ?
- Precies.
:49:48
Wacht hier.
:49:54
Een sigaartje ?
- Ik sta te popelen.