The Beach
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:15:02
Ja maar, dat is het verkeerde eiland.
:15:04
Dat weet ik.
:15:06
Hoe komen we dan van hier naar daar ?
:15:08
- Zwemmend.
- Zwemmend ?

:15:11
We laten onze rugzakken op dit
eiland achter en zwemmen de rest.

:15:15
- Je kunt toch wel zwemmen ?
- Natuurlijk.

:15:19
- Nou dan.
- Maar hoe ver is het ?

:15:22
Geen idee. Een kilometer of twee.
:15:24
- O, als dat alles is.
- Doe niet zo flauw. Het is het waard.

:15:29
We gaan met zijn drieën op avontuur.
:15:42
"Kun je zwemmen ?"
:15:44
"Ik wel. En ik heb een mooie vriendin.
Lekker, puh."

:15:51
Ook dat nog.
:15:54
- Godverdomme.
- Kun je er niet in ?

:16:01
Sleutel verloren ?
:16:04
Wat een afknapper.
:16:08
Wil je een pilsje komen pakken ?
:16:18
- Je bent beter af zonder haar.
- Wat weet jij er nou van ?

:16:22
Je kent haar niet eens.
:16:24
Ik probeer hem te helpen.
Hij heeft het moeilijk.

:16:27
- Het geeft niet.
- Zie je nou wel, Zeph ?

:16:30
- Het geeft niet.
- Hou er toch over op.

:16:34
Laten we het dan eens hebben
over wat voor een ijdeltuit jij bent.

:16:38
Heel grappig. Wist je dat hij
zijn kont afveegt met bladeren ?

:16:44
Hij denkt dat hij Rambo is.
Godallemachtig.

:16:48
- Het zal wel.
- Tjonge.

:16:50
Ken je dat verhaal over die muizenkroket ?
:16:55
Ja.
:16:57
Van die vrouw die in een kroket bijt,
waar een muis in blijkt te zitten ?


vorige.
volgende.