1:39:12
Denk je dat ik jullie kwaad wil doen ?
1:39:15
Ik ben maar een doodgewone boer.
1:39:18
Begrijpen jullie me ?
1:39:21
Ik werk hard, zodat ik mijn
gezin geld kan sturen.
1:39:28
Als er hier te veel toeristen komen,
kom ik in de problemen.
1:39:35
Als ik niet kan werken,
verdien ik geen geld,
1:39:39
en heeft mijn gezin niks te eten.
1:39:44
Alleen jullie, had ik gezegd.
1:39:48
Maar er komen er steeds meer bij.
1:39:52
En jullie ?
1:39:55
Jullie geven ze een kaart.
1:40:03
Het wordt tijd dat jullie vertrekken.
1:40:06
Zet dit eiland uit je hoofd.
Zet Thailand uit je hoofd.
1:40:10
Begrepen ?
1:40:13
Begrepen ?
1:40:15
Nee.
1:40:18
Wat ?
1:40:19
Nee.
1:40:22
We gaan hier niet weg.
1:40:25
Wij horen hier net zo goed thuis.
1:40:27
We wonen hier.
1:40:29
We hebben dit huis zelf gebouwd
en we blijven hier.
1:40:34
Toe nou, Sal.
1:40:38
Volgens mij bega je een grote vergissing.
1:40:40
Heus.
1:40:43
- Als hij zegt dat we moeten vertrekken...
- Hou je er buiten.
1:40:48
Het is allemaal jouw schuld.
1:40:52
Wie heeft die kaart getekend ?